Geachte Mevrouw de Vrederechter,

 


Op 14mei ll. schreef ik U deze brief waarvan hier een kopie.

Inmiddels is de tijd opgeschoven, werd ons de mogelijkheid gegeven gedurende de 2 vakantiemaanden, juli en augustus een koper te zoeken voor ons huis die ons hier verder laat wonen .   Natuurlijk zijn er dan weinig gegadigden aangezien de meeste mensen enkel in vakantie geïnteresseerd zijn en niet zoeken naar een nieuwe woning.

De enkelingen die wij dachten op het oog te hebben lieten het afweten of beter wilden geen contact meer, waarbij een buitenlandse kunstenaar die ik ontmoette in artist in residence in Tunesië .Het mocht niet baten.

De geïnteresseerden laten het ook afweten zodra ze vernemen dat er curatoren aan verbonden zijn. Dat is vernietigend.

Gezien mijn jarenlang beroep van kunstenaar , minstens 50 jaar dagelijks werkzaam zijn zoals een musicus zijn instrument dagelijks moet bespelen, is de hoeveelheid werken ,accessoires en objecten , installaties aan de ruimte gebonden   gigantisch, onverplaatsbaar! Mijn huis is een museum. Het is ook een Gesamtkunstwerk.

Ik nodig U uit het eens te bezoeken daar zich een burger zoiets niet voorstellen kan: wees welkom en vorm U een idee van mijn onverplaatsbare wereld. Het zou minimaal een jaar duren met meerdere mensen om dit fatsoenlijk te verhuizen ,af te breken te verpakken en terugvindbaar te stapelen. Er zal dan heel veel vernietigd worden. Het is aan het huis gebonden. Mijn ordening is door vorige verjaging uit mijn atelier, galerij, berging, toonruimte hals over kop eruit gesmeten worden waardoor mijn installaties en sculpturen onmogelijk gestapeld werden en waarschijnlijk beschadigd zijn, uit hun verhoudingen gedrukt.

Een gepaste woning is voor deze voorwerpen niet makkelijk(eigenlijk niet)  te vinden en voor ons waarschijnlijk te duur.

Daarom zou het goed zijn een koper te vinden die ons erin laat tot onze dood.

Geachte Mevrouw, ik nodig U uit samen met uw griffier de ruimten te bezoeken en zelf vast te stellen welk titanenwerk hier gevraagd wordt. 

Er zijn nog zoveel panden die kunnen verkocht worden , die niet bewoond zijn.  Er zal dan voldoende geld over zijn om in dit huis te blijven , niet tot verkoop te moeten overgaan. Waarom dan die vernietigende uitdrijving ? Is enkel geld en menselijk erfgoed in kunst niet erg belangrijk?

 


Reacties