Mededeling ondernemingsrechtbank Gent
Ondernemingsrechtbank Gent - afdeling Dendermonde
08/07/2025
In het kader van de berichtgeving in De Tijd over klachten tegen de ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Dendermonde, wenst de rechtbank de volgende verduidelijkingen te geven.
Waarover ging het?
In juni 2023 en december 2023 werden twee klachten ingediend bij de Advies- en Onderzoekscommissie van de Hoge Raad voor Justitie. De klachten hadden betrekking op de werking van de ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Dendermonde in het algemeen, en op plaatsvervangend rechter De Croock in het bijzonder.
De klager, een partij die op dat moment betrokken was in meerdere procedures voor de betrokken rechtbank, uitte kritiek op:
Een vermeend “systeem D”, waarbij ondernemingen volgens hem systematisch failliet zouden worden verklaard, met favoritisme bij de aanstelling van curatoren;
De vermeend onwettige uitoefening van het mandaat van dienstdoend voorzitter door rechter De Croock.
Berichtgeving in De Tijd
Vanaf februari 2024 publiceerde De Tijd (journalist Bert Broens) meerdere artikels over deze klachten. Op 21 februari 2024 verscheen het artikel “Vragen bij geldigheid Dendermondse vonnissen van 72-jarige magistraat”. Op 20 mei 2025 werd rechter De Croock omschreven als “een omstreden rechter”, klaarblijkelijk uitsluitend op basis van de klacht bij de Hoge Raad voor Justitie. Daarbij werd vermeld dat “voor zover bekend, de klacht nog niet is afgesloten”.
Laatst werd op 18 juni 2025 opnieuw bericht over de klacht, waarbij de indruk werd gewekt dat een audit was opgestart in het kader van deze klachtenprocedure.
Onderzoeksresultaten en beslissingen
Nu alle procedures zijn afgerond, wenst de rechtbank de correcte informatie te delen:
1. Klachten bij de Hoge Raad voor Justitie – Beslissing van 4 juli 2025
De Advies- en Onderzoekscommissie van de Hoge Raad voor Justitie heeft op 4 juli 2025 haar onderzoek afgerond en beslist:
De klacht over het vermeende “systeem D” en favoritisme bij curatoren werd ongegrond verklaard. De commissie stelde dat de klacht niet werd aangetoond op basis van objectieve gegevens en dat uit de informatie ook geen disfuncties bleken.
Voor de klacht over de uitoefening van het mandaat van dienstdoend voorzitter verklaarde de commissie zich onbevoegd, op grond van artikel 259bis-15 van het Gerechtelijk Wetboek.
Deze klachten zijn daarmee definitief afgesloten.
2. Mandaat van dienstdoend voorzitter – Arrest van het Hof van Cassatie van 28 februari 2025
Parallel aan de klacht liep een gerechtelijke procedure over de wettigheid van het mandaat van dienstdoend voorzitter.
Bij arrest van 28 februari 2025 bevestigde het Hof van Cassatie dat een plaatsvervangend magistraat ook na het bereiken van de leeftijd van 70 jaar kan optreden als dienstdoend voorzitter voor rechtsprekende taken.
Het Hof verwierp het cassatieberoep en bevestigde dat de voorzitter van de ondernemingsrechtbank, met betrekking tot haar rechtsprekende bevoegdheden (zoals bepaald in artikel XX.32 WER), kan worden vervangen door een plaatsvervangend magistraat in de zin van artikel 156bis Gerechtelijk Wetboek, aangewezen overeenkomstig artikel 383, §2, Gerechtelijk Wetboek. Dit kan ook na de leeftijd van 70 jaar, voor een periode van één jaar die viermaal kan worden verlengd.
De ondernemingsrechtbank Gent heeft hierover eerder gecommuniceerd via haar website.
Besluit
De ondernemingsrechtbank Gent stelt vast dat alle procedures en onderzoeken naar aanleiding van de klachten van juni en december 2023 zijn beëindigd. Daaruit blijkt dat de klachten over de werking van de rechtbank en over rechter De Croock niet gegrond waren.
De rechtbank wenst via deze mededeling bij te dragen aan een correcte en evenwichtige informatieverstrekking.
Vandaag een schrijven gekregen van de Hoge raad voor de Justitie met als datum 04/07/2025. Nu zijn we 15/07/2025.
De klachten dateren van April 2023, Mei 2023 en December 2023. Dus na 27 maanden wordt een antwoord gegeven.
Het is nu totaal onduidelijk over welke klachten het gaat!
Nu plotseling na 6 maanden zogenaamd onderzoek verklaart de HRJ zich niet bevoegd om deze klachten te behandelen volgens artikel 259 bis-15 van het Gerechtelijk Wetboek.
Wat zegt dit artikel volgens onderzoekingen op het internet :
Artikel 259bis-15 van het Gerechtelijk Wetboek heeft betrekking op de aanstelling van deskundigen in gerechtelijke procedures, meer specifiek in strafzaken en in het kader van de uitvoering van een deskundigenonderzoek. Dit artikel, en de daaraan gerelateerde bepalingen, regelen de procedure voor het aanstellen van een deskundige, de taken en bevoegdheden van de deskundige, en de manier waarop het deskundigenonderzoek wordt uitgevoerd, inclusief de verplichting tot een tegensprekelijk karakter en de rapportering over de stand van de werkzaamheden.
Het is absoluut niet te begrijpen wat dit artikel te maken heeft met de werking van HRJ!
Het is toch zo dat juist de HRJ moet onderzoeken hoe goed of hoe slecht het gerecht werkt! ONAFHANKELIJK!
Onbegrijpelijk.
Reacties
Een reactie posten