Bedrijven moeten de problemen van de mens op een profijtelijke manier, in plaats van te profiteren van het veroorzaken van problemen;

 

Martin Wolf (77), boegbeeld van het deftige zakenblad Financial Times, trekt harde conclusies over de financiële wereld, die hij op zijn best 'sociaal nutteloos' noemt. Hij bepleit fors ingrijpen in de markt ten gunste van mens en planeet.

JONATHAN WITTEMAN ( journalist De Morgen) gepubliceerd 20/01/2024)

RV

Dat Martin Wolf, de grijze eminentie van de financiële journalistiek, überhaupt op deze aardkloot rondloopt, dankt hij naar eigen zeggen aan "twee pessimistische mannen": zijn vader en zijn opa van moederskant. Die laatste pessimist heette Gompel Wijnschenk (1887-1954), een Joodse vishandelaar uit IJmuiden.

Toen de Duitsers in mei 1940 Nederland binnenvielen, aarzelde Wijnschenk niet. De eigenaar van een visconservenfabriek in de Middenhavenstraat in IJmuiden wist wat hem en zijn gezin te wachten stond als hij niet zou vluchten. Dat kwam mede door de Weerbaarheidsafdeling, de NSB-knokploeg die huize-Wijnschenk in de jaren dertig dikwijls tot mikpunt van antisemitische treiterijen had gemaakt.

"Mijn grootvader wist de hand te leggen op een vissersschip, volgens de familieverhalen gewapenderhand - al klinkt me dat tamelijk romantisch in de oren", vertelt boegbeeld van de Financial Times Wolf (die dankzij zijn in politieke kringen veelgelezen columns sinds 2000 door het leven mag gaan als CBE: Commander of the Most Excellent Order of the British Empire). "Hij heeft nog een poos in de haven gewacht op zijn acht broers en zussen, die hij op het hart had gedrukt om ook te vluchten. Maar niemand kwam."

"Mijn opa en oma en hun vijf kinderen zijn toen naar de vissershaven van Hull gevaren. Mijn opa was voor de oorlog zo vooruitziend geweest om flink wat geld in Engeland achter te laten, dat hij had verdiend met de verkoop van vis aan een Britse handelaar in diepvriesvoeding. Zijn pessimisme heeft hem en zijn gezin gered, terwijl zijn in Nederland achtergebleven familieleden bijna allemaal zijn omgekomen."

Tijdens de oorlog werkte Wolfs moeder Rebecca (1918-1993) als secretaresse voor de Nederlandse regering in ballingschap en voor een Londens weekblad, gelijknamig aan de verzetskrant Vrij Nederland. In de Britse hoofdstad ontmoette ze Edmund Wolf (1910-1997), een Weense theatermaker en journalist die Oostenrijk al voor de Anschluss van 1938 was ontvlucht. Een half jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd hun eerste zoon, Martin, geboren.

"Mijn familiegeschiedenis maakt me bewust van de kwetsbaarheid van de beschaving", schrijft Wolf in The Crisis of Democratic Capitalism (2023), dat - zo heeft hij zijn vrouw althans beloofd na vijf zomers zwoegen op het manuscript - zijn allerlaatste boek zal zijn. "De homo sapiens is vatbaar voor orgieën van domheid, wreedheid en vernietiging. Ik heb vrede, stabiliteit of vrijheid nooit voor lief genomen, en zie mensen die dat wel doen als dwazen."

Omdat het zijn laatste boek is, leest The Crisis of Democratic Capitalism als een bijna vijfhonderd pagina's lange afscheidsbrief, opgedragen aan zijn zes kleinkinderen. "Moge hun generatie het beter doen dan de mijne", schrijft Wolf. De klimaatcrisis, de opkomst van "dictators in spe" zoals Donald Trump, en de "orwelliaanse" minachting voor de waarheid, zijn in Wolfs ogen allemaal symptomen van het zoekgeraakte evenwicht tussen economie en politiek. De financiële instabiliteit die de kredietcrisis veroorzaakte, heeft ook de politiek ontwricht, schrijft Wolf.

Welke parallellen ziet u tussen de tijd van uw grootouders en de onze?

"Ook wij hebben sinds de financiële crisis van 2008 een periode van grote economische beroering doorgemaakt. Sindsdien beleven radicaal-rechtse partijen in veel democratieën een wederopbloei. Met als belangrijkste ingrediënten nationalisme en xenofobie, al richt die vijandigheid zich nu vooral op immigranten en niet op Joden zoals in de jaren dertig. Aan het roer van die partijen staan populistische leiders, wier stijl zich kenmerkt door overversimpeling, een hekel aan deskundigen en minachting voor de rechtsstaat.

"Natuurlijk zijn er ook grote verschillen. Tijdens het interbellum stond de economie er slechter voor dan nu. De politiek was veel rechtser, giftiger en bovenal veel collectivistischer dan nu, met enorme gecentraliseerde partijen, zoals van de fascisten en communisten.

"Maar zoals Mark Twain zei: 'De geschiedenis herhaalt zich niet, maar rijmt vaak wel.' En politiek gezien is dat rijm er op bepaalde vlakken zeker. Een substantiële minderheid van de bevolking staat vijandig tegenover democratisch gekozen leiders en tegenover de instituties, zoals de rechtsstaat en de ambtenarij. Er is een opstand tegen de gevestigde orde gaande. En daarin klinken duidelijk echo's uit het verleden door."

Het welvaartsverlies door de bankencrisis van 2008 effende het pad voor "pluto-populisten" zoals Trump, schrijft Wolf. Met pluto-populisten doelt hij op rechtse, plutocratische politici die hun rijkdom proberen te beschermen tegen de vette vingers van de fiscus door het electoraat op te hitsen tegen zondebokken, zoals de Republikeinse partij doet in de VS.

"Stel: je bent een centrumrechtse partij en je wilt de belastingen voor de allerrijksten laag houden. In een democratie is dat nogal lastig, want de allerrijksten vormen per definitie een minieme minderheid van de bevolking. Dus hoe krijg je dan toch grote delen van de kiezers achter je, ook al is het niet in hun economische belang om op je te stemmen?

"De truc: zet mensen tegen elkaar op langs nationalistische, culturele en raciale lijnen. Met deze plutocratische variant op identiteitspolitiek hebben de rijken een coalitie weten te smeden met Amerikanen uit de midden- en arbeidersklasse die het helemaal gehad hebben met centrumlinkse politici."

De cultuuroorlog als opium voor het volk?

"Ja, en dat werkt helaas ongelooflijk goed."

Wolf windt er in zijn boek geen doekjes om: dezelfde financiële wereld die het pad effende voor de opkomst van Trump is op zijn best "sociaal nutteloos". Op zoek naar makkelijke rendementen staken banken en andere investeerders de voorbije decennia vooral geld in kantoren, luxewoningen en ander vastgoed. Dat maakte de economie niet alleen kwetsbaarder voor zeepbellen, maar trok ook geld en arbeidskrachten weg uit sectoren die de productiviteit - een van de belangrijkste factoren achter onze welvaart - wél vooruit hadden kunnen helpen.

"In de financiële sector worden zowel menselijke talenten als productiemiddelen verspild", schrijft Wolf. "Het is grotendeels een machine om geld te verdienen zonder waarde toe te voegen."

Het is veelzeggend dat juist Wolf als fakkeldrager van de Financial Times zich op zijn oude dag ontpopt tot criticus van het kapitalisme. Als de vrije markt een parochieblad had, dan was het de deftige Financial Times. Al sinds 1987 predikt Wolf in zijn commentaren voor de zalmkleurige zakenkrant het evangelie van liberalisme, de markt en de globalisering.

Het zou te ver gaan om te zeggen dat Wolf sinds de kredietcrisis allengs van zijn geloof is gevallen. Maar de laatste jaren begint hij steeds meer te lijken op een onvermoeibare kerkhervormer, die zijn stellingen over het 'democratische kapitalisme' - in contrast met het 'autoritaire kapitalisme' van China - column na column aan de deuren spijkert.

'Hervorming' is daarbij het sleutelwoord, want van revolutionairen moet Wolf niets hebben. De commentator staat in de traditie van de Spaanse liberale denker José Ortega y Gasset (1883-1955), die ooit schreef: "Het beste wat we over iets kunnen zeggen, is dat het moet worden hervormd, want dat impliceert dat het onmisbaar is, en in staat tot nieuw leven."

"Het is niet alleen onmogelijk, maar ook verkeerd om te proberen een samenleving vanaf nul opnieuw op te bouwen, alsof haar geschiedenis geen enkele waarde heeft", schrijft Wolf over revoluties. "Het resultaat van dergelijke pogingen is altijd vernietiging en despotisme geweest."

In plaats daarvan presenteert Wolf in zijn boek een litanie aan hervormingen. Roei belastingontwijking uit door bedrijven desnoods van de markt te verbannen als ze hun winsten blijven wegsluizen naar belastingparadijzen, oppert Wolf. Stel bankiers persoonlijk aansprakelijk bij fraude of ernstig falen. Stop de fiscale voordeeltjes voor schulden maken, want die maken het financiële stelsel alleen maar wankeler. En laat Facebook en andere sociale media een vergoeding betalen aan gebruikers voor de privédata die ze aan adverteerders verkopen.

Het doel van bedrijven moet weer zijn om "de problemen van mens en planeet op een profijtelijke manier op te lossen, in plaats van te profiteren van het veroorzaken van problemen", schrijft Wolf.

In één opzicht bent u niet veranderd: u staat pal voor de globalisering, dwars tegen de tijdgeest in.

"De globalisering van de handel is de laatste jaren tot zondebok gemaakt. Terwijl globalisering de wereld grote voordelen heeft opgeleverd. De armoede in ontwikkelingslanden is de voorbije decennia enorm gedaald, wat mede op het conto van de globalisering komt. Maar kijk ook eens naar jullie economie: jullie welvaart is ondenkbaar zonder handel met andere landen. Als jullie het alleen van jullie eigen piepkleine markt zouden moeten hebben, waren jullie veel armer geweest.

"Dat de arbeidersklasse in veel landen in verval is, komt niet zozeer door de handel met China en andere lagelonenlanden, maar door technologische veranderingen. Bijvoorbeeld door de digitale revolutie en de enorme productiviteitsgroei van de industrie, waardoor er veel minder fabrieksarbeiders nodig zijn. Het is onvermijdelijk dat de industrie langzaam maar zeker de landbouw achternagaat en een kleiner deel van onze economieën gaat vormen. Zoals het ook onvermijdelijk was dat het westerse monopolie op allerlei industriële kennis, dat ons enorme welvaart heeft opgeleverd, vroeg of laat door China en andere landen zou worden doorbroken."

U maakt zich ook zorgen over de degrowth-beweging, die pleit voor een wereld zonder economische groei. Wat vindt u van hun pleidooi dat mensen in het Westen minder zouden moeten consumeren, opdat we minder natuurlijke hulpbronnen opgebruiken?

"Degrowth gaat onze planetaire crisis niet oplossen, omdat grofweg 85 procent van de mensheid niet in de rijkste, geïndustrialiseerde landen leeft. Zelfs als het Westen stopt met economische groei, is ons welvaartsniveau nog steeds véél hoger dan elders in de wereld. Zelfs de Chinezen zijn per hoofd van de bevolking nog altijd drie keer zo arm als de Amerikanen.

"Dus ook in het vrijwel ondenkbare scenario dat de Amerikaanse bevolking democratisch besluit om fors minder te gaan consumeren, zullen de Chinezen zeggen: 'Prima, maar wat heeft dat met ons te maken? Wij gaan onze hoop op een beter leven niet opgeven.' Hetzelfde geldt voor mensen uit India of Afrika, die nog veel armer zijn.

"Stoppen met groei is een kansloze missie. China is nu al 's werelds grootste CO2-uitstoter, en India nummer drie. Dus wij kunnen wel stoppen met economische groei, maar dan zal de uitstoot nog steeds te hoog zijn.

"De enige manier waarop degrowth de CO2-uitstoot voldoende zou kunnen verlagen, is door terug te gaan naar het welvaartsniveau van voor de industriële revolutie, toen de meeste mensen in abjecte armoede leefden. Voor zo'n plan zul je in geen enkele democratie de handen op elkaar krijgen. Het is alleen af te dwingen via een soort eco-dictatuur, en dan ook nog een mondiale dictatuur. Onze enige hoop is een technologische revolutie."

Deze verhoopte revolutie moet volgens Wolf komen van waterstof, kernenergie, zonnepanelen en windmolens, allemaal ruimhartig gefinancierd door de overheid, schrijft hij. Wolf is verder groot voorstander van het belasten van de CO2-uitstoot van bedrijven en burgers, maar dan zo dat de armsten een deel van het geld weer terugkrijgen, om te voorkomen dat de energietransitie de ongelijkheid vergroot. Ook steunt Wolf een voorstel van de Indiase econoom Raghuram Rajan, die ervoor pleit om landen die meer broeikasgassen uitstoten dan afgesproken miljardenboetes te laten betalen aan landen met een lage uitstoot.

De kritiek op 'groene groei' is dat er tot nu toe geen bewijs is dat technologie in staat is om én de economie te laten groeien, én de klimaatopwarming onder de 2 graden Celsius te houden.

"Ik denk dat zulke technologische doorbraken juist zeer plausibel zijn, gezien de vooruitgang in bijvoorbeeld wind- en zonne-energie, die qua kosten steeds beter kunnen opboksen tegen fossiele brandstoffen. Maar natuurlijk is technologie alleen niet genoeg, er zijn ook maatschappelijke veranderingen nodig, zoals belastingen op de CO2 die mensen uitstoten. We zullen het met zijn allen moeten doen, anders werkt het niet.

"Maar het geloof van de degrowth-voorstanders dat zich een soort morele transformatie van de mensheid zal voltrekken, die niet alleen de klimaatcrisis zal oplossen maar en passant ook 200 jaar geschiedenis teniet zal doen, lijkt me één grote fantasie. Zelfs een nog grotere fantasie dan het marxistische idee dat we het paradijs op aarde zullen creëren als we het privé-eigendom maar afschaffen."

Als we de klimaatcrisis en de opkomst van China niet het hoofd weten te bieden, schrijft u, 'zou het licht van de vrijheid weleens kunnen doven'. Het klinkt als een grafschrift.

'Wel een beetje, inderdaad. We leven in een tijd waarin liberale democratieën onder druk staan. Ze hebben een deel van hun legitimiteit verloren, met name in de ogen van jonge mensen, die het gevoel hebben dat de politiek niet daadkrachtig genoeg optreedt in de grote vraagstukken van onze tijd, zoals het klimaat. Terwijl: als je om je heen kijkt, leven we nog altijd in 's werelds minst beroerde samenlevingen. Niemand maakt mij wijs dat het leven in het autoritaire China of Rusland beter is. Dat we in vrijheid leven en slechte leiders eruit kunnen bonjouren - en soms zelfs goede leiders - is van onschatbare waarde. Maar we staan voor enorme uitdagingen als samenleving, en het is niet uitgesloten dat we zullen falen."

Martin Wolf, The Crisis of Democratic Capitalism, The Penguin Press, 496 p., 30,96 euro.



Reacties